Fretten zijn carnivoren, dit betekent dat ze hun voedingsstoffen voornamelijk uit vlees halen. Plantaardig voedsel wordt door hen slecht verteerd, omdat ze een spijsvertering hebben die is ingesteld op vlees, meer bepaald een gebit voor het vastpakken en verscheuren van een prooi en een kort verteringskanaal.

Het ganse spijsverteringsproces duurt bij de fret ongeveer 3 à 4 uur. Een volwaardige voeding moet dus goed verteerbaar zijn en voldoende voedingsstoffen aanbrengen. Door hun hoge metabole niveau en de kleine opslagcapaciteit van hun spijsverteringssysteem eten fretten een 10-tal kleine maaltijden over de dag verspreid, zodat er best altijd een kommetje met eten in de kooi staat. De gemiddelde voedselopname van een fret bedraagt 42 à 49 gram droge stof per kilogram lichaamsgewicht per dag.

Zwaarlijvigheid is eerder zeldzaam bij fretten omdat ze beschikken over regulatiemechanismen, die er voor zorgen dat ze net genoeg eten om in hun behoefte aan eiwitten, vetten, suikers, vitaminen en mineralen te voorzien. Als de voeding echter zeer smakellijk is en de fret wordt al een dagje ouder, kunnen er wel eens vetrolletjes opduiken. Dit los je op door de activiteit van de fret te verhogen en met een speciale voeding voor oudere dieren, het is wel aan te bevelen eerst een dierenarts te contacteren, vooraleer je je fret op dieet zet.

Fretten zijn verzot op zoetigheden, zodat een voeding, rijk aan suiker, zeker in de smaak zal vallen. Dit kan echter een verminderde inname van noodzakelijk eiwitten en vetten geven. Het is dus beter een voeding te keizen waarin suikers een minder belangrijk bestanddeel vormen.

Een snoepje af en toe mag uiteraard. Vermijd ook hier gesuikerde produkten, dat is een zware belasting voor de alvleesklier. Chocolade is uit den boze, het bevat de voor fretten giftige stof theobromine.

Ze zijn dol op een fretten-tube, een combinatie van noten, eiwitten en vitamines.

Plantaardig voedsel wordt door hen slecht verteerd, omdat ze een spijsvertering hebben die is ingesteld op vlees, meer bepaald een gebit voor het vastpakken en verscheuren van een prooi en een kort verteringskanaal. Plantaardige eiwitten zijn slecht verteerbaar en brengen onvoldoende van deze essentiële aminozuren aan om jouw fret in zijn eiwitbehoefte te voorzien, verder maken ze de urine minder zuur zodat ze voldoende mate aanwezig moeten zijn in hun voeding.

Vleeseiwitten bezitten wel de juiste kwaliteiten, maar een dieet van louter vlees is ook niet geschikt, omwille van het lage calciumgehalte en de verkeerde calcium-fosfor-verhouding, wat kan leiden tot een 'all meat-syndroom'. Om deze aandoening te voorkomen dient men hele 'verse' kadavers te voeren, hetgeen toch wel zeer omslachtig is en waarbij steeds de kans bestaaat op een besmetting met gevaarlijke rottingskiemen, zoals bvb botulisme. Het merendeel van de eiwitten om een fret te voorzien in zijn dagelijkse behoefte.

De meeste voeders zijn bovendien verrijkt met taurine, een esentieel aminozuur, noodzakelijk voor een goed zicht en een goede zieke en herstellende dieren hebben een hogere eiwitbehoefte (minimum 38%). Oudere fretten daarentegen hebben een lagere behoefte, een teveel aan eiwitten is voor hen een zware belasting voor de nierfunktie. Met een eenzijdige vooral onverzadigde vetzuren bevatten, hetgeen een vitamine E-terkort kan geven met 'yellow fat disease' tot gevolg.

Plantaardige vetten zijn niet aan te raden, omdat ze een goede eiwitvertering tegengaan. Bovendien bevatten sommige plantaardige oliën omiga-6-vetzuren, die de aanleiding kunnen zijn tot nierproblemen. Let wel op met rauwe produkten, ze kunnen besmet zijn met gevaarlijk rottingsbacterieën; sommige zoetwatervissen bevatten bovendien een thiaminase, een stof die vitamine B1 afbreekt, maar die zelf wordt afgebroken door het kookproces; teveel rauwe eieren (10% van het totaal dieet) zijn ook niet gezond, ze kunnen een biotinetekort veroorzaken, met een symmetrische kaalheid tot gevolg.

Een snoepje af en toe mag, maar chocolade is uit den boze. Het bevat de voor fretten giftige stof theobromine. Te veel vezels (maximum 2,5%) is ook niet aan te raden, omwille van de slechte vertering, wat de oorzaak kan zijn van diarree. De hoeveelheid as (ash) moet minder zijn dan 7%.

Het eerste waarop je bij een voeding moet letten, zijn de percentages. Deze moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:

Minimum 30 à 32% eiwitten
Minimum 18 à 22% vetten
Maximum 2,5% vezels
Maximum 7% as (ash)

Deze percentages zijn van weinig betekenis zonder de ingrediëntenlijst. Zo is een voldoende aantal eiwitten nog geen garantie voor een goede voeding, de eiwitten MOETEN van dierlijke afkomst zijn, zoals bijvoorbeeld kip, eieren, vismeel,.... De eerste vijf ingrediënten zijn het talrijkst aanwezig in de voeding en dus het belangrijkste. Indien de meeste van dierlijke oorsprong zijn, is de voeding goed. Op de eerste plaats MOET er een dierlijk eiwit staan, anders is de voeding kwalitatief minderwaardig.

Een correcte voeding moet minimum 30 à 32% eiwitten bevatten met een hoge biologische waarde, wat zoveel wil zeggen als goed verteerbare eiwitten met de juiste aminozuursamenstelling (deze aminozuren, de zogenaamd essentiële aminozuren, zoals bvb lysine en methionine, niet zelf aanmaken zodat ze in voldoende mate aanwezig moeten zijn in hun voeding.

Plantaardige eiwitten zijn slecht verteerbaar en brengen onvoldoende van deze essentiële aminozuren aan om jouw fret in zijn eiwitbehoefte te voorzien, verder maken ze de urine minder zuur zodat ze voldoende mate aanwezig moeten zijn in hun voeding. Vleeseiwitten bezitten wel de juiste kwaliteiten, maar een dieet van louter vlees is ook niet geschikt, omwille van het lage calciumgehalte en de verkeerde calcium-fosfor-verhouding, wat kan leiden tot een 'all meat-syndroom'. Om deze aandoening te voorkomen dient men hele 'verse' kadavers te voeren, hetgeen toch wel zeer omslachtig is en waarbij steeds de kans bestaat op een besmetting met gevaarlijke rottingskiemen, zoals bvb botulisme.

Het merendeel van de eiwitten om een fret te voorzien in zijn dagelijkse behoefte. De meeste voeders zijn bovendien verrijkt met taurine, een esentieel aminozuur, noodzakelijk voor een goed zicht en een goede zieke en herstellende dieren hebben een hogere eiwitbehoefte (minimum 38%). Oudere fretten daarentegen hebben een lagere behoefte, een teveel aan eiwitten is voor hen een zware belasting voor de nierfunktie. In al deze gevallen is het beter over te schakelen op een meer gespecialiseerde voeding, waarover je meer uitleg kan vragen aan je dierenarts. Fretten hebben, zoals eerder reeds vermeld, een zeer hoog metabool niveau, zodat een minimum van 18 à 22% dierlijk vet in hun voeding vereist is.

Dit geeft hen de nodige energie en is een bron voor vetoplosbare vitaminen, zoals bv vitA, vitD, vitE en vitK. Visolie is een goede bron van vetten, omdat ze omega-3-vetzuren bevat, wat helpt bij allergieën, arthritis, bepaalde hartaandoeningen en nierfalen. Wel opletten met een eenzijdige vooral onverzadigde vetzuren bevatten, hetgeen een vitE-terkort kan geven met 'yellow fat disease' tot gevolg. Plantaardige vetten zijn niet aan te raden, omdat ze een goede eiwitvertering tegengaan, bovendien bevatten sommige plantaardige oliën omega-6-vetzuren, die de aanleiding kunnen zijn tot nierproblemen. Het voordeel van droogvoeder is de preventieve werking tegen tandsteen en dus ook tegen tandvleesontsteking. Het nadeel is de slechtere verteerbaarheid ten opzicht van blikvoer of verse produkten, het is daarom beter droogvoeders hiermee aan te vullen.

Goede extra's zijn bv lever (zeer rijk aan eiwitten), vlees, vis, room (niet te veel, 2 koffielepels per dag, de meeste fretten zijn immers laxtose-intolerant; zodat ze hiervan diarree kunnen krijgen). Let wel op met rauwe produkten, ze kunnen besmet zijn met gevaarlijk rottingsbacterieën; sommige zoetwatervissen bevatten bovendien een thiaminase, een stof die vit.B1 afbreekt, maar die zelf wordt afgebroken door het kookproces; teveel rauwe eieren (10% van het totaal dieet) zijn ook niet gezond, ze kunnen een biotine tekort veroorzaken, met een symmetrische kaalheid tot gevolg .

Zonder water is de vertering een praktisch onmogelijke taak, zorg dus steeds voor voldoende vers water in de kooi. Een goede frettenvoeding is er een die is uitgeprobeerd op de doelgroep "fretten", en die voldoet aan de basisbehoefte van de fret.

Het belangrijkste is, dat ze genoeg eiwitten bevat, hetgeen ze direct een pak duurder maakt, dit wordt echter gecompenseerd doordat fretten er minder van nodig hebben per dag. Het is best mogelijk dat jouw fretten de voorkeur geven aan een kwalitatief mindere voeding, omdat deze meer suiker bevat. Van voeding veranderen doe je daarom beter geleidelijk aan, door steeds wat meer van de nieuwe voeding onder de oude te mengen, tot ze volledig zijn overgeschakeld.

volgende pagina