Wetgeving: fretten houden, mag dat?

Sinds 20 september 2001 wordt de fret in België als huisdier erkend. Dit is zowat het geval in alle landen van Europa maar in sommige staten van Amerika is het zelfs verboden fretten te houden. Om de fret te kunnen beschermen tegen eventuele wanpraktijken, moet men beroep doen op de algemene wetgeving aangaande het welzijn der dieren.

De wet ter bescherming en het welzijn der dieren van 14 augustus 1986, gewijzigd door de wet van 4 mei 1995, vermeld volgende relevante artikels:

Art.4/1. Ieder persoon die een dier houdt, verzorgt of te verzorgen heeft, moet de nodige maatregelen nemen om het dier een in overeenstemming met zijn aard, zijn fysiologische en ethologische behoeften, zijn gezondheidstoestand en zijn graad van ontwikkeling, aanpassing of domisticatie, aangepaste voeding, verzorging en huisvesting te verschaffen.

Iedere vorm van verwaarlozing of mishandeling kan op de basis van dit artikel worden aangeklaagd.

Art.4/5. De in art.33 bedoelde overheidspersonen zijn gemachtigd de nodige maatregelen te treffen of op te leggen om de verplichtingen voortvloeiend uit de paragrafen 1, 2, 3, en 4 onverwijld te doen naleven.

Dit wil dus zeggen dat men als particulier niet gemachtigd is om op te treden in geval van het vaststellen van verwaarlozing en/of mishandeling. Er is steeds de aanwezigheid van een inspecteur van een erkende dierenbescherming vereist. Daarom is het noodzakelijk dat u steeds onze vereniging contacteert, zodat wij de nodige stappen kunnen ondernemen.

Art.17.bis/1. Het is verboden één of meer ingrepen bij een gewerveld dier te verrrichten, waarbij één of meerdere gevoelige delen van het lichaam worden verwijderd of beschadigd.
Art.18/1. Geen enkele pijnlijke ingreep mag bij een gewerveld dier verricht worden zonder verdoving. De verdoving van een warmbloedig dier moet uitgevoerd worden door een dierenarts.
Art.19/3. Het verhandelen van dieren waarbij een bij art.17bis verboden ingreep is verricht , is verboden.

Reisplannen naar het buitenland? En mijn fretje(s)?

Iedereen wil wel eens op vakantie of gaat wel eens met zijn/haar gezelschapsdier de grens over naar een ander land. Dan kun je twee dingen doen: je laat je fretje(s) thuis of op hotel, of je neemt ze mee. Maar mag dat nou eigenlijk wel? De Europese Gemeenschap heeft hierover afspraken gemaakt. Die kun je nalezen in de publicatie L146 van 13.6.2003. Deze verordening gaat in per 6.2004 en begint met een overgangsperiode die duurt tot 6.2012.

In het kort komt het er op neer dat bij niet-commercieel verkeer (=geen handelsverkeer) tussen de lidstaten:

  • Elk gezelschapsdier ingeënt moet zijn tegen rabiës, volgens WHO-norm (minstens één antigeneenheid per dosis).
  • Elk gezelschapsdier een paspoort moet hebben, hierin staan niet alleen gegevens van het dier, maar ook van de eigenaar in. (volgens EG-norm)
  • Elk gezelschapsdier ofwel een duidelijk leesbare tatoeage ofwel een transponder (chip) heeft. Vanaf 2012 enkel nog de transponder.

Voor Zweden, Ierland en het Verenigd Koninkrijk gelden tot 6.2009 ietwat andere regels. Voor het binnengaan van deze landen moet:

  • Elk gezelschapsdier een transponder (chip) dragen, tenzij ze een tatoeage ook goedkeuren,
  • Een door een bevoegde dierenarts afgegeven paspoort waarin wordt verklaard dat een titer van neutraliserende antilichamen van ten minste 0,5 IE/ml is vastgesteld bij een monster dat in een erkend laboratorium is genomen binnen de termijnen die zijn vastgesteld in de nationale regelgeving die op 3 juli 2004 van toepassing is.

Tevens geldt voor deze periode dat de dieren ook een bewijs bij zich hebben waarin staat dat ze gecontroleerd zijn op echinokokkose (hondenlintworm B67) en teken.

Het Verenigd Koninkrijk heeft hiervoor een verordening opgesteld, genaamd “PETS Travel Scheme”. Deze trad in werking op 28 februari 2000 en houdt dus in dat je dier niet eerst zes maanden in quarantaine moet.
Specifieke informatie over de voorwaarden waaraan u moet voldoen, kan u vinden op de website van het Ministry of Agriculture, Fisheries and Food (ministerie van landbouw, visserij en voeding)of via de PETS Helpline (tel.: 0044 870 241 1710 – Fax: 0044 20 7904 6834). U kan de Helpline ook e-mailen op: pets.helpline@defra.gsi.gov.uk

Engelstalige informatiefolders zijn beschikbaar bij de British Embassy Press and Public Affairs Section (Persdienst en afdeling Openbare Zaken Britse ambassade) (02/ 287 62 11), bij het Britse consulaat-generaal te Antwerpen (03 232 69 40) en het Britse consulaat te Luik (042 23 58 32).

Het Belgische Ministerie van Landbouw heeft bevestigd dat in de praktijk alle Belgische dierenartsen gemachtigd zijn de nodige certificaten te verstrekken, namelijk het PETS-certificaat en het Certificate of Treatment against Tapeworms and Ticks (certificaat van behandeling tegen lintwormen en teken). Inlichtingen kan u inwinnen bij eender welke Belgische dierenarts of bij het Ministerie van Landbouw: 02/208.36.11 (algemeen nummer) of 02/208.36.08 (inspecteur D’Hooghe).

Reizigers die vanuit België het Verenigd Koninkrijk met het Pet Travel Scheme binnenkomen, moeten rekening houden met de volgende zaken:

  1. Hondsdolheidvaccinatiecertificaat. U moet dit certificaat in België verkrijgen en het moet gehandtekend zijn door een dierenarts. In België is elke dierenarts hiertoe bevoegd.
  2. Certificaat van een antiparasietenbehandeling (teken en wormen). Elke dierenarts kan deze behandeling uitvoeren en het certificaat tekenen.
  3. Uw dierenarts moet de twee hierboven vermelde certificaten bestellen bij de Belgische dierenartsautoriteiten.
  4. Naast deze twee certificaten moet u een ‘verklaring van verblijfplaats’ “PETS3” invullen, waarin bevestigd wordt dat uw huisdier de laatste 6 maanden niet buiten de landen die in aanmerking komen voor het plan, is geweest. Hiermee heeft de dierenarts niets te maken, het formulier wordt gewoon op de dag van de reis, door de persoon die het huisdier vergezelt, ingevuld. U kan het formulier bij het inchecken bij uw vervoermaatschappij afhalen of u haalt het op voorhand (opgepast – niet tekenen voor de dag van de reis) bij de Britse ambassade of op de kantoren van het consulaat te Luik of Antwerpen.
  5. De Britse wet in verband met het Pet Travel Scheme stelt dat de enige dieren die in aanmerking komen, hun microchip kregen vóór de hondsdolheidvaccinatie (of, indien aangewezen, een aanvullende vaccinatie) gevolgd door een positief bloedonderzoek. De Britse overheid overweegt mogelijke veranderingen aan de regels. Zo zouden dieren waarbij de microchip werd ingeplant na de vaccinatie en het bloedonderzoek ook in aanmerking kunnen komen, tenminste als het dier op het tijdstip van de vaccinatie en het bloedonderzoek, aan de hand van een officieel geregistreerde tatoeage, identificeerbaar was.
  6. Indien u een terugreis maakt met uw huisdier, moet u zorgen dat u, voor u aan uw reis van het Verenigd Koninkrijk naar België begint, voldoet aan de voorwaarden van de Belgische overheid in verband met het importeren van katten en honden. Samengevat zijn de huidige voorwaarden als volgt: u hebt een certificaat nodig, gehandtekend door een Britse dierenarts en goedgekeurd door het ministerie, waarin staat dat uw huisdier tenminste 30 dagen voor uw vertrek werd gevaccineerd tegen hondsdolheid. Dit certificaat is een jaar geldig. Voor meer informatie kan u contact opnemen met het Belgische Ministerie van Landbouw of met de Belgische ambassade in Londen (0171 470 3700).
  7. Bepaalde hondenrassen zijn verboden in het Verenigd Koninkrijk en mogen ook met het Pet Travel Scheme het land niet in. Het gaat om de volgende rassen: Pit Bull Terrier, Japanse Tosa, Dogo Argentino, Dogo Braziliero en kruisingen van deze rassen.

Alle punten, behalve natuurlijk punt 7, zijn van toepassing op fretten.

volgende pagina